onherroepelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·her·roe·pe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van herroepen met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onherroepelijkonherroepelijkeronherroepelijkst
verbogen onherroepelijkeonherroepelijkereonherroepelijkste
partitief onherroepelijksonherroepelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

onherroepelijk

  1. zonder mogelijkheid om ongedaan gemaakt te worden
    • Dat is toch geen onherroepelijke zaak! 
    • Aan weerskanten brullen kerels als gekken om zichzelf te verdoven, om zichzelf moed te geven. Anderen rennen net als hij, geconcentreerd, de zenuwen in hun buik, met droge keel. Ze stormen allemaal op de vijand af, gewapend met een onherroepelijke woede, een verlangen naar wraak. [1] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

onherroepelijk

  1. op onherroepelijke wijze
    • Dat gaat onherroepelijk mis! 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onherroepelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 18
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.