declaratie
Nederlands
Woordafbreking
- de·cla·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verklaring’ voor het eerst aangetroffen in 1292 [1]
- Naamwoord van handeling van declareren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | declaratie | declaraties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
declaratie v [3]
- opgave van gemaakte onkosten en/of honorarium
- Bestuurders van de grote universiteiten in Nederland omzeilen de regels voor declaraties [4]
- aangifte van goederen aan tolkantoren
- verklaring, betuiging
Hyponiemen
- onkostendeclaratie, reisdeclaratie, voedingswaardedeclaratie
Gangbaarheid
- Het woord declaratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'declaratie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "declaratie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- declaratie op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- www.nu.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.