dechargeren
Nederlands
Woordafbreking
- de·char·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dechargeren |
dechargeerde |
gedechargeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
dechargeren [2]
- overgankelijk
- ontheffen (van een persoon van een bepaalde verantwoordelijkheid)
- vrijspreken
Gangbaarheid
- Het woord dechargeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.