dechargeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·char·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse décharger (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dechargeren
dechargeerde
gedechargeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

dechargeren [2]

  • overgankelijk
  1. ontheffen (van een persoon van een bepaalde verantwoordelijkheid)
  2. vrijspreken
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord dechargeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.