decatlon
Nederlands
Woordafbreking
- de·cat·lon
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tienkamp’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1]
- afgeleid van het Griekse άᦉλον 'athlon' (wedstrijd) met het voorvoegsel deca- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | decatlon | decatlons |
verkleinwoord | decatlonnetje | decatlonnetjes |
Gangbaarheid
- Het woord decatlon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'decatlon' herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.