decatlon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cat·lon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tienkamp’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1]
  • afgeleid van het Griekse άᦉλον 'athlon' (wedstrijd) met het voorvoegsel deca- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord decatlon decatlons
verkleinwoord decatlonnetje decatlonnetjes

Zelfstandig naamwoord

decatlon m / o [3]

  1. (sport) tienkamp
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord decatlon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.