databus
Nederlands
Woordafbreking
- da·ta·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van data en bus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | databus | databussen |
verkleinwoord | databusje | databusjes |
Zelfstandig naamwoord
databus v / m
- (informatica) (elektronica) een bus (= groot aantal lijnen) die het transport van digitale data verzorgt
Gangbaarheid
- Het woord 'databus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'databus' herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.