databus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ta·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord databus databussen
verkleinwoord databusje databusjes

Zelfstandig naamwoord

databus v / m

  1. (informatica) (elektronica) een bus (= groot aantal lijnen) die het transport van digitale data verzorgt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'databus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.