dankwoord
Nederlands
Woordafbreking
- dank·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dank en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dankwoord | dankwoorden |
verkleinwoord | dankwoordje | dankwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
dankwoord o [1]
- korte tekst of toespraak om mensen te bedanken
- Sanne Wevers, gekleed in een creatie van modeontwerper Addy van den Krommenacker, herinnerde in haar dankwoord aan de weg naar goud, die lang heeft geduurd en bezaaid was met hindernissen. Dat ze erin geslaagd was haar ambitie, haar plan, haar uitgestippelde route tot een goed eind te brengen, emotioneerde haar het meest, zei ze. Met goud als tastbare herinnering; op het Sportgala kwam daar nog eens de Jaap Eden Trofee bij.[2]
Gangbaarheid
- Het woord dankwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dankwoord' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.