dankbaar
Nederlands
Woordafbreking
- dank·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dankbaar | dankbaarder | dankbaarst |
verbogen | dankbare | dankbaardere | dankbaarste |
partitief | dankbaars | dankbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dankbaar
- erkentelijk voor ontvangen hulp
- Hij kreeg een briefje van de dankbare begunstigde.
- bereid aangeboden hulp te aanvaarden
- Hij maakte dankbaar gebruik van het aanbod.
- (van zaken) de moeite lonend
- Meehelpen met het wikiwoordenboek is een dankbare bezigheid.
Vertalingen
1. erkentelijk voor ontvangen hulp
Bijwoord
dankbaar
- erkentelijk voor ontvangen hulp
Gangbaarheid
- Het woord dankbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dankbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- dank·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelhoogduitse bijvoeglijke naamwoord dancbære, dat van het Oudhoogduitse bijvoeglijke naamwoord thancbāri komt
- Pennslyvania-Duits bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -baar
Bijvoeglijk naamwoord
dankbaar
- «Ich bin arrig dankbaar as mir mei Grossmudder fer so lang ghat hen.»
- Ik ben erg dankbaar dat we mijn grootmoeder zo lang hebben gehad.
- «Ich bin arrig dankbaar as mir mei Grossmudder fer so lang ghat hen.»
Antoniemen
- undankbaar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.