damclub
Nederlands
spelers in een damclub
Woordafbreking
- dam·club
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dammen ww en club zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damclub | damclubs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
damclub v/m
- (sport) vereniging waarbij de leden damwedstrijden spelen
- Als een kerkelijke gemeente bijvoorbeeld al jaren onderdak verleent aan een damclub, kan dat op zeker moment problemen geven wanneer een andere groep aan de deur klopt om de zaal te gebruiken voor een minder passende activiteit. [1]
- Het provinciaal kampioenschap werd in de maanden april en mei gespeeld in het clubhuis van damclub Witte van Moort in Westerhaar. Mensinga had met ingang van de laatste ronde al de beste papieren. Hij stond met Hessing na zes wedstrijden op 9 punten. Yuen Wong volgde op 1 punt achterstand. [2]
Gangbaarheid
- Het woord damclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'damclub' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 11-09-2014 Commentaar: Kerken zijn niet vrij in keus bij verhuur gebouwen
- Tubantia 25-05-18 Enschedeër Mitchel Mensinga pakt Overijsselse damtitel
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.