damclub

Nederlands

spelers in een damclub
Uitspraak
  • Geluid:  damclub    (hulp, bestand)
  • IPA: /'dɑmˌklʏp/
Woordafbreking
  • dam·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damclub damclubs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

damclub v/m

  1. (sport) vereniging waarbij de leden damwedstrijden spelen
    • Als een kerkelijke gemeente bijvoorbeeld al jaren onderdak verleent aan een damclub, kan dat op zeker moment problemen geven wanneer een andere groep aan de deur klopt om de zaal te gebruiken voor een minder passende activiteit. [1] 
    • Het provinciaal kampioenschap werd in de maanden april en mei gespeeld in het clubhuis van damclub Witte van Moort in Westerhaar. Mensinga had met ingang van de laatste ronde al de beste papieren. Hij stond met Hessing na zes wedstrijden op 9 punten. Yuen Wong volgde op 1 punt achterstand. [2] 
Synoniemen
  • damvereniging
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord damclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.