dakraam
Nederlands
Woordafbreking
- dak·raam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dak en raam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dakraam | dakramen |
verkleinwoord | dakraampje | dakraampjes |
Zelfstandig naamwoord
dakraam o
- een raam gelegen in het dakvlak, meestal uitzetbaar
- Het dakraam stond de hele dag al open, maar nog was het warm op zolder.
Gangbaarheid
- Het woord dakraam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dakraam' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.