dakraam

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dak·raam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakraam dakramen
verkleinwoord dakraampje dakraampjes

Zelfstandig naamwoord

dakraam o

  1. een raam gelegen in het dakvlak, meestal uitzetbaar
    • Het dakraam stond de hele dag al open, maar nog was het warm op zolder. 

Gangbaarheid

  • Het woord dakraam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.