dagdroom
Nederlands
Woordafbreking
- dag·droom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en droom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagdroom | dagdromen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dagdroom m [1]
- een fantasie voorstelling tijdens verlaagd bewustzijn zonder dat men al helemaal slaapt
- De kritiek kwam niet van de minsten. Zo beweerde schrijver Philip Roth dat het toneelstuk Tiny Alice in feite „een homoseksuele dagdroom” was. „Ik heb zijn artikel met de nodige morbide interesse gelezen”, reageerde Albee, „en het bewijst weer eens dat veelbelovende schrijvers niet per se goede critici zijn. Feit is dat de hysterie van meneer Roth van hemzelf is en geen basis in de feiten heeft.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord dagdroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dagdroom' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.