dadelpalm
Nederlands
![](../I/m/Dates_on_date_palm.jpg)
dadels in een dadelpalm
Woordafbreking
- da·del·palm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dadel en palm [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dadelpalm | dadelpalmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dadelpalm m [2]
- palm waaraan dadels groeien
- De boeren telen in Polen, in Saoedi-Arabië - maar ook in China, Argentinië en India. Aardappels, wortels, uien, aardbeien, druiven, citrusvruchten, dadelpalmen, noem maar op. Computers van het Nederlandse Dacom, gevestigd op een kantorenterrein aan de rand van Emmen, vertellen de boeren wanneer ze hun gewassen het best kunnen beregenen, mest kunnen uitrijden of de strijd moeten aanbinden tegen schimmelziektes en insecten. Dat kan dankzij een bodemsensor uit Drenthe die tussen hun gewassen op de akkers staat, vaak samen met een weerstation. Een groengeel kastje ‘proeft’ de bodem, ‘voelt’ waar en hoe de wortels actief zijn en stuurt elke vier uur de laatste gegevens naar Emmen via een mobiele verbinding die werkt op zonne-energie. Zelf ontwikkelde modellen combineren die data met weer- en klimaatgegevens en de laatste wetenschappelijke gewasinzichten. En kijk, daar komt een uitgekiend teeltadvies tevoorschijn.[3]
Gangbaarheid
- Het woord dadelpalm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- dadelpalm op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Wubby Luyendijk 14 juni 2013
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.