courtage

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cour·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘makelaarsloon’ voor het eerst aangetroffen in 1520 [1]
  • afgeleid van het Franse 'courtage' (met het achtervoegsel -age) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord courtage courtages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

courtage v

  1. (economie) beloning die een adviseur of tussenpersoon ontvangt na de verkoop van een product
Synoniemen
Hyponiemen
  • afmakingscourtage, wisselcourtage
Afgeleide begrippen
  • courtagenota, courtagetarief
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord courtage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.