provisie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·vi·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mondvoorraad’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1500 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord provisie provisies
verkleinwoord provisietje provisietjes

Zelfstandig naamwoord

provisie v

  1. (economie) beloning die een adviseur of tussenpersoon ontvangt na de verkoop van een product
  2. voedselvoorraad, proviand
  3. geld gereserveerd voor een toekomstige gebeurtenis
Synoniemen
Hyponiemen
  • acceptprovisie, afsluitprovisie, kickbackprovisie, omzetprovisie, reizigersprovisie
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord provisie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.