correspondentie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·res·pon·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘briefwisseling’ voor het eerst aangetroffen in 1579 [1]
  • Naamwoord van handeling van corresponderen met het achtervoegsel -entie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord correspondentie correspondenties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

correspondentie v

  1. het corresponderen
  2. briefwisseling
    • De beroemde schrijver onderhield een uitgebreide correspondentie met zijn collega's. 
  1. overeenstemming
    • Er was een zo grote correspondentie tussen beide boeken dat je kon spreken van plagiaat. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord correspondentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.