convent
Nederlands
Woordafbreking
- con·vent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘klooster’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- afgeleid van het Franse 'convent' of het Latijnse conventus (met het voorvoegsel con-) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convent | conventen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
convent o [3]
- vergadering, samenkomst
- kloostergemeenschap, kloostergemeente
- vergadering van kloosterlingen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord convent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'convent' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.