contingentie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tin·gen·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘toevalligheid’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • afgeleid van het laat-Latijnse contingentia (met het voorvoegsel con-)
  • afgeleid van contingent met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord contingentie contingenties
verkleinwoord - -
enkelvoud meervoud
naamwoord contingentie contingenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

contingentie v [3]

  1. toevalligheid
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • contingentiebeginsel, contingentietheorie, contingentiethese

Gangbaarheid

  • Het woord contingentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.