constructiebankwerker
Nederlands
Woordafbreking
- con·struc·tie·bank·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van constructie en bankwerker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | constructiebankwerker | constructiebankwerkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
constructiebankwerker m
- (werktuigbouwkunde) (beroep) bankwerker die metaalconstructies vervaardigt en monteert
Gangbaarheid
- Het woord constructiebankwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.