conserven
Nederlands
Woordafbreking
- con·ser·ven
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ingelegde vruchten, verduurzaamde levensmiddelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1407 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conserf | conserven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
conserven mv
- (voeding) ingeblikt voedsel ter bewaring tegen bederf
- Het bedrijf verwerkt groente, fruit en champignons tot conserven voor de consumentenmarkt.
Vertalingen
1. ingeblikt voedsel ter bewaring tegen bederf
Gangbaarheid
- Het woord conserven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'conserven' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.