conserven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ser·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ingelegde vruchten, verduurzaamde levensmiddelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1407 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord conserf conserven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

conserven mv

  1. (voeding) ingeblikt voedsel ter bewaring tegen bederf
    • Het bedrijf verwerkt groente, fruit en champignons tot conserven voor de consumentenmarkt. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord conserven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
conservar

conserven

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.