concessionaris
Nederlands
Woordafbreking
- con·ces·si·o·na·ris
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse concessionnaire of daarvoor van het Latijnse 'concessionarius' (met het voorvoegsel con-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concessionaris | concessionarissen |
verkleinwoord | - | - |
Hyponiemen
- houtconcessionaris
Gangbaarheid
- Het woord concessionaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'concessionaris' herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.