comprimeren
Nederlands
Woordafbreking
- com·pri·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenpersen’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van het Franse comprimer met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
comprimeren |
comprimeerde |
gecomprimeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
comprimeren
- overgankelijk samenpersen, compact maken
- overgankelijk (informatica) in een extra compact dataformaat brengen, zippen
- Het zip-bestand werd door het inpakprogramma gecomprimeerd tot 2,3 MB.
Vertalingen
1. samenpersen, compact maken
Gangbaarheid
- Het woord comprimeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'comprimeren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.