compensator
Nederlands
Woordafbreking
- com·pen·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van compenseren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | compensator | compensatoren compensators |
verkleinwoord | compensatortje | compensatortjes |
Zelfstandig naamwoord
compensator
- (elektronica) (regeltechniek) apparaat dat in staat is een verandering op te vangen. (te compenseren) Er ontstaat een zodanig regelend effect dat de oorspronkelijke verstoring wordt gecompenseerd en dus verminderd zonder dat er sprake is van terugkoppeling
Gangbaarheid
- Het woord compensator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.