commercial
Nederlands
Woordafbreking
- com·mer·ci·al
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘reclamefilmpje’ voor het eerst aangetroffen in 1969 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | commercial | commercials |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
commercial m
- een korte geluidsopname of filmpje met als doel om een product te verkopen of onder de aandacht te brengen en via radio of televisie wordt uitgezonden
Synoniemen
- reclameboodschap, reclamespot
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- commercialmaker
Gangbaarheid
- Het woord commercial staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'commercial' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Frans
Uitspraak
- Geluid: commercial (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | commercial | commerciaux |
vrouwelijk | commerciale | commerciales |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.