clan
Nederlands
Woordafbreking
- clan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘(oorspronkelijk Schotse) stam’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- van de Schotse Hooglanders [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clan | clans |
verkleinwoord | clannetje | clannetjes |
Hyponiemen
- familieclan, maffiaclan, subclan, totemclan
Afgeleide begrippen
- clangemeenschap, clanhoofd, clanleider, clanlid, clanmoeder, clanoudste, clantraditie
Gangbaarheid
- Het woord clan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'clan' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.