chron

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chron    (hulp, bestand)
  • IPA: /xrɔn/
Woordafbreking
  • chron
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chron chrons
verkleinwoord (chronnetje)) (chronnetjes)

Zelfstandig naamwoord

chron o

  1. (geologie) afgebakend tijdperk dat zelf niet verder kan worden onderverdeeld
    1. (magnetostratigrafie) tijdperk afgebakend door omkering van het magnetisch veld van de aarde
Hyperoniemen
Verwante begrippen
  • chronozone

Gangbaarheid

  • Het woord 'chron' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.