chocolaatje
Nederlands
Woordafbreking
- cho·co·laatje, cho·co·la·tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | chocolaatje | chocolaatjes |
Zelfstandig naamwoord
chocolaatje o dim. tant.
- een stukje chocolade
- Wil je een chocolaatje hebben?
Vertalingen
1. een stukje chocola
Gangbaarheid
- Het woord chocolaatje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chocolaatje' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.