chilipeper
Nederlands
chilipepers
Woordafbreking
- chi·li·pe·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Chili en peper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chilipeper | |
verkleinwoord | chilipepertje | chilipepertjes |
Zelfstandig naamwoord
chilipeper m
- (plantkunde) vruchten van het geslacht Capsicum
van de nachtschadefamilie (Solanaceae)
- Hoewel niet iedereen gaat stralen bij de gedachte aan chilipeper, schijnt dit toch een oppepper te zijn voor je humeur. Onze hersenen maken endorfine aan om het lichaam te kalmeren zodra we de stof capsaïcine binnenkrijgen. Capsaïcine is de stof die chilipeper pittig maakt. Door heel pittig eten kun je zelfs een euforisch gevoel krijgen.[1]
- (specerij) gedroogde specerij gemaakt van de vruchten van het geslacht Capsicum
van de nachtschadefamilie (Solanaceae)
- . "Mijn bieren hebben echt een eigen stijl, die bij mij past. Uitgesproken smaken, bijzondere namen, een beetje rock ’n roll. Neem bijvoorbeeld onze ‘Sambal bij’, een blond biertje met een beetje honing en…. chilipeper.[2]
- In het Verenigd Koninkrijk is een man met spoed overgebracht naar het ziekenhuis. Hij had hevige buikpijn gekregen na het eten van drie kippenvleugeltjes die gedoopt waren in een saus van de heetste chilipeper ter wereld.[3]
Gangbaarheid
- Het woord chilipeper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia Nadine Stolk 03-DECEMBER-2017
- Tubantia Pim Lindeman 08-MEI-2017
- Tubantia 10-JANUARI-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.