causaliteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cau·sa·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘oorzakelijkheid’ voor het eerst aangetroffen in 1799 [1]
  • afgeleid van causaal met het achtervoegsel -iteit
  • afgeleid van het Franse causalité [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord causaliteit causaliteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

causaliteit v [4]

  1. (taalkunde) oorzakelijkheid, betrekking van oorzaak en gevolg, oorzakelijke samenhang
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord causaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.