catastrofe
Nederlands
Woordafbreking
- ca·tas·tro·fe
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grote ramp’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- met het voorvoegsel cata-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | catastrofe | catastrofes, catastrofen |
verkleinwoord | - | - |
Vertalingen
1. een algemene ramp
Gangbaarheid
- Het woord catastrofe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'catastrofe' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.