carrière

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘loopbaan’ voor het eerst aangetroffen in 1600 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord carrière carrières
verkleinwoord (carrièretje) carrièretjes

Zelfstandig naamwoord

carrière v

  1. loopbaan, ontwikkeling van de maatschappelijke positie
    • Trainen, trainen, trainen, diëten en blessures. Hoe is het als je lichaam het verloop van je carrière' bepaalt?[3] 
    • Dit was het begin van mijn muzikale carrière in Parijs. De lichtstad. Stad van Amour en Tristesse. Zaterdagnacht in Le Piano d'Or. Ik speelde er voor 150 euro in de kelder. Chansons tot diep in de ochtend. [4] 
Synoniemen
Hyponiemen
  • bliksemcarrière, filmcarrière, solocarrière, danscarrière, profcarrière, werkcarrière, wooncarrière, blitzcarrière, spoedcarrière, sportcarrière, acteercarrière, muziekcarrière, partijcarrière, podiumcarrière, schoolcarrière, studiecarrière, tenniscarrière, toneelcarrière, wielercarrière, alcoholcarrière, amateurcarrière, beroepscarrière, zangcarrière, zwemcarrière, fin de carrière, schaatscarrière, schrijfcarrière, voetbalcarrière, trainerscarrière, vakbondscarrière, interlandcarrière, onderwijscarrière, schilderscarrière, schrijverscarrière, middelbareschoolcarrière
Afgeleide begrippen
  • carrièrejager, carrièreladder, carrièremaker, carrièreplanning, carrièrestap, carrièrepad, carrièrepil, carrièrekans, carrièrelijn, carrièremove, carrièreplan, carrièresite, carrièrewolf, carrièredrang, carrièrekeuze, carrièrepauze, carrièrevrouw, carrièreadvies, carrièrebeleid, carrièremoeder, carrièreswitch, carrièretijger, carrièreambitie, carrièregericht, carrièreverloop, carrièrewending, carrièreswitcher, carrièrecrimineel, carrièrediplomaat, carrièreoriëntatie, carrièreoverweging, carrièrebegeleiding, carrièreperspectief, carrièremogelijkheid, carrièreonderbreking, carrièreontwikkeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord carrière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse woord quadrus, wat in het Frans carré (vierkant) betekent.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  carrière     la carrière     carrières     les carrières  

Zelfstandig naamwoord

carrière v

  1. carrière
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.