carbid

Nederlands

Uitspraak

Geluid: carbid (hulp, bestand)

Woordafbreking

car·bid

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘chemische verbinding’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	carbid	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

carbid o

(scheikunde) verkorting van calciumcarbid, CaC₂

Schrijfwijzen

"karbied, carbied e.d." zijn geen toegelaten spelling meer

Synoniemen

calciumcarbid, carbuur

Afgeleide begrippen

carbidgas, carbidlamp, carbidschieten

Vertalingen

1. carbid

Duits: Calciumcarbid ^(de) o Calciumacetylid ^(de) o
Engels: calcium carbide ^(en)

Frans: carbure de calcium ^(fr) m
Spaans: carburo de calcio ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord carbid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'carbid' herkend door:

74 %	van de Nederlanders;
21 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.