capuchon
Nederlands
![](../I/m/Jongenmetcapuchon.jpg)
een trui met een capuchon
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·pu·chon
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoofdkap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | capuchon | capuchons |
verkleinwoord | capuchonnetje | capuchonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
capuchon m
- een hoofdkap bevestigd aan een kledingstuk
- Veel kledingstukken hebben een capuchon, maar bijna niemand zet er ooit een op.
Vertalingen
1. een hoofdkap bevestigd aan een kledingstuk
Gangbaarheid
- Het woord capuchon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'capuchon' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.