capsule

[2] Capsules.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cap·su·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(geneesmiddelen)omhulsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord capsule capsules
verkleinwoord capsuletje capsuletjes

Zelfstandig naamwoord

capsule v/m

  1. omhulsel bij de opening (de mond) en hals van een fles
    • De capsule wordt aangebracht om de kurk te beschermen tegen vervuiling en insecten. 
  1. een omhulsel, veelal van gelatine met een medicijn erin
    • Een capsule slikt men in met een grote slok water. 
  1. ruimtevaartuig dat personen dan wel materieel bevat
    • De capsule zat afgeladen vol. 
Hyponiemen
  • tijdcapsule, microcapsule, tijdscapsule, videocapsule, Apollocapsule, koffiecapsule, ruimtecapsule, landingscapsule
Afgeleide begrippen
  • capsulecollectie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord capsule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • IPA: /kap.syl/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  capsule     la capsule     capsules     les capsules  

Zelfstandig naamwoord

capsule v

  1. zaadbol
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.