calvinisme
Nederlands
calvinistische kerk
Woordafbreking
- cal·vi·nis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hervormde leer’ voor het eerst aangetroffen in 1859 [1]
- Afgeleid van de naam Calvijn met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | calvinisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
calvinisme o
- (religie) gereformeerde substroming binnen het Christendom waarin o.a. het voorbestemd zijn centraal staat
- Calvinisme staat inhoudelijk gelijk aan gereformeerd.
- Een van de belangrijkste eigenschappen van het calvinisme is dat belijders van dit geloof niet van feesten houden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. gereformeerde substroming binnen het Christendom waarin o.a. het voorbestemd zijn centraal staat
Gangbaarheid
- Het woord calvinisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'calvinisme' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.