buurtkerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtkerk buurtkerken
verkleinwoord buurtkerkje buurtkerkjes

Zelfstandig naamwoord

buurtkerk v/m

  1. (religie) meestal een wat kleinere kerk voor een gedeelte van een stad
    • Naast de Grote of St. Jacobskerk heeft Den Haag ook verschillende buurtkerken. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'buurtkerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.