burin
![](../I/m/Burin01.jpg)
m puntige stalen stift om mee te graveren
Nederlands
Uitspraak
- v: buurvrouw
- m: graveerstift
Woordafbreking
- bu·rin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burin | burinnen |
verkleinwoord | burinnetje | burinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
burin v
Opmerkingen
- De Woordenlijst Nederlandse Taal geeft 'burinnetje(s)' ook als verkleinwoord voor m "graveerstift", maar gelet op de uitspraak zou dit "burintje(s)" moeten zijn; van dit verkleinwoord zijn in welke vorm dan ook in het normale taalgebruik nog geen voorbeelden gevonden.
Gangbaarheid
- Het woord burin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'burin' herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen. |
Frans
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
burin | le burin | burins | les burins |
Zelfstandig naamwoord
burin m
- (gereedschap): beitel voor hout, staal, steen etc.
- (gereedschap): graveerbeitel, graveerijzer, graveersteker
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.