buitenwereld
Nederlands
Woordafbreking
- bui·ten·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en wereld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenwereld | buitenwerelden |
verkleinwoord | buitenwereldje | buitenwereldjes |
Zelfstandig naamwoord
buitenwereld v/m
- het deel van de wereld wat je zelf niet zo goed kent en waar je zelf vrij onbekend bent
- De Nederlandse burger is bang voor de buitenwereld en hij neemt dat de overheid kwalijk. “Door immigratie en open grenzen dreigt Nederland te veel van zijn eigenheid te verliezen.”[1]
- het grote publiek
- De artiest was in de buitenwereld erg geliefd.
Gangbaarheid
- Het woord buitenwereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'buitenwereld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Bas Blokker NRC 30 december 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.