buitenland
Nederlands
Woordafbreking
- bui·ten·land
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en land
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenland | buitenlanden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
buitenland o
- ieder land buiten het eigene
- Volgende week ga ik op vakantie naar het buitenland.
- De schrijver geeft lezingen in binnen- en buitenland.
- Nederland heeft een heel groot buitenland.
Vertalingen
1. ieder land buiten het eigene
|
|
Gangbaarheid
- Het woord buitenland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'buitenland' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.