buitenland

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenland buitenlanden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

buitenland o

  1. ieder land buiten het eigene
    • Volgende week ga ik op vakantie naar het buitenland. 
    • De schrijver geeft lezingen in binnen- en buitenland. 
    • Nederland heeft een heel groot buitenland. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord buitenland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.