buitenkans

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·kans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenkans buitenkansen
verkleinwoord buitenkansje buitenkansjes

Zelfstandig naamwoord

buitenkans v/m

  1. een onverwachte, maar heel goede mogelijkheid
    • Deze buitenkans moet je niet laten lopen, maar met beide handen aangrijpen! 
Synoniemen
  1. meevaller, mazzeltje, gelukje

Gangbaarheid

  • Het woord buitenkans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.