buddyseat
![](../I/m/Ariel_Huntmaster_1955.jpg)
Motor met een buddyseat.
Nederlands
Woordafbreking
- bud·dy·seat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tweepersoons motorzadel’ voor het eerst aangetroffen in 1959 [1] [2]
- Engels leenwoord buddy en seat.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buddyseat | buddyseats |
verkleinwoord | buddyseatje | buddyseatjes |
Zelfstandig naamwoord
buddyseat v/m
- (transport) het tweepersoonszadel van een scooter, brom- of motorfiets
- Mijn vorige motor had geen buddyseat maar slechts een zg. “broodje” op het achterspatbord.
Vertalingen
1. het tweepersoonszadel van een scooter, brom- of motorfiets
Gangbaarheid
- Het woord buddyseat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'buddyseat' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.