bruinig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bruinig    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈbrœʏnəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbrœːnəx/
    • (Limburg): /ˈbrœːnɪx/
Woordafbreking
  • brui·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van bruin met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bruinigbruinigerbruinigst
verbogen bruinigebruinigerebruinigste
partitief bruinigsbruinigers-

Bijvoeglijk naamwoord

bruinig

  1. een beetje bruin
    • Na zijn val op het pad had zijn gezicht iets bruinigs. 
  1. op bruin lijkend
    • Dit paars is bijna bruinig. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bruinig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.