bruiken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brui·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bruiken
bruikte
gebruikt
zwak -t volledig

Werkwoord

bruiken [2]

  1. zich bedienen van, gebruiken
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord bruiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.