broodplank
Nederlands
![](../I/m/Broodplank_-_Flickr_-_FaceMePLS.jpg)
houten broodplank
Woordafbreking
- brood·plank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brood en plank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broodplank | broodplanken |
verkleinwoord | broodplankje | broodplankjes |
Zelfstandig naamwoord
broodplank v/m [1]
- plank waarop men brood kan snijden
- Ik gebruikte de ronde houten broodplank ook als bord om mijn lunch te eten.
- plank om brood op te bewaren
- De omslag in het brooddenken had zichtbare gevolgen. Hadden bakkerswinkels nog trots de vermelding 'Eerste, mechanische broodfabriek' in gladde, glimmende letters op de gevel staan, al spoedig werden die vervangen door archaïsche broodplanken waarop in gebrandschilderde letters namen als 'Het Backhuys' prijkten. De 'warme' en 'echte' bakkers deden hun intrede. Een aanduiding die niet wil zeggen dat er altijd fantastisch brood wordt gebakken, maar veelal toch beter dan het in ongenade gevallen fabrieksbrood. Dat kreeg overigens ook snel een ambachtelijke uitstraling aangemeten. [2]
Gangbaarheid
- Het woord broodplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'broodplank' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.