bronchitis
Nederlands
![](../I/m/Bronchitis.png)
Bronchitis
Woordafbreking
- bron·chi·tis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘ontsteking van de luchtpijptakken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bronchitis | bronchitissen |
verkleinwoord |
Vertalingen
1. ontsteking van de luchtpijptak
Gangbaarheid
- Het woord bronchitis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bronchitis' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.