brest

Noors

Werkwoord

 
Betekenissen: barsten; coaguleren, verkazen

brest

  1. gebiedende wijs van breste

Werkwoord

 
Betekenis: breuken, scheuren

brest

  1. verouderde spelling of vorm van brist van vóór 2005
(verouderd) gebiedende wijs van briste

Zelfstandig naamwoord

 
Betekenis: barst, breuk, scheur

brest

  1. verouderde spelling of vorm van brist van vóór 2005
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / brɛst /
Woordafbreking
  • brest
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord brestr.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   brest     bresten     brestar
brester  		   brestane
brestene  

Zelfstandig naamwoord

brest, m

  1. barst, breuk, scheur
  2. geluid van het barsten van iets
  3. (figuurlijk) breuk (in karakter of logica)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1]: bresteferdig
  • [1]: brestepunkt
  • [1]: brestfeldig
  • [1]: brestfri
  • [2]: havbrest
  • [2]: vêrbrest
Typische woordcombinaties
  • [3]: brest i karakteren
een breuk in de karakter
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.