brandhaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandhaar brandharen
verkleinwoord brandhaartje brandhaartjes

Zelfstandig naamwoord

brandhaar v / m / o [1] [2]

  1. (dierkunde) een verdedigingsmechanisme van verschillende dieren, bestaande uit broze, met gif gevulde haren die een pijnlijke sensatie geven
  2. (plantkunde) hetzelfde bij planten zoals bijv. brandnetels, waarvan aanraking een branderig gevoel veroorzaakt

Gangbaarheid

  • Het woord 'brandhaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.