brame

Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief bramebramen
genitief bramenbramen
datief bramebramen
accusatief bramebramen

Zelfstandig naamwoord

brame m

  1. braam


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
bramar

brame

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bramar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bramar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bramar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.