bovenlaag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ven·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenlaag bovenlagen
verkleinwoord bovenlaagje bovenlaagjes

Zelfstandig naamwoord

bovenlaag v / m [1] [2]

  1. bovenste van meerdere op elkaar gestapelde lagen
  2. (figuurlijk) leidinggevenden in een gemeenschap of bedrijf

Gangbaarheid

  • Het woord bovenlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.