bouwpakket
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·pak·ket
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw ww en pakket
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwpakket | bouwpakketten |
verkleinwoord | bouwpakketje | bouwpakketjes |
Zelfstandig naamwoord
bouwpakket o
- een pak of doos met losse onderdelen die nog in elkaar gezet moeten worden tot het eindproduct
- Bekend zijn kant-en-klare meubels, deze worden als bouwpakket verkocht om thuis in elkaar gezet te worden.
Gangbaarheid
- Het woord bouwpakket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bouwpakket' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.