bouwpakket

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·pak·ket
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwpakket bouwpakketten
verkleinwoord bouwpakketje bouwpakketjes

Zelfstandig naamwoord

bouwpakket o

  1. een pak of doos met losse onderdelen die nog in elkaar gezet moeten worden tot het eindproduct
    • Bekend zijn kant-en-klare meubels, deze worden als bouwpakket verkocht om thuis in elkaar gezet te worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord bouwpakket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.