bouwgrond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·grond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwgrond bouwgronden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bouwgrond m [1]

  1. grond waarop men huizen kan en mag bouwen
  2. (landbouw) grond die voor landbouw geschikt is

Gangbaarheid

  • Het woord bouwgrond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.