boulimie
Nederlands
Woordafbreking
- bou·li·mie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘vraatzucht’ voor het eerst aangetroffen in 1910-1914 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boulimie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
boulimie v
- (medisch) boulimia nervosa, psychologische toestand waarin een persoon terugkerende eetbuien heeft
Verwante begrippen
- boulimisch
Gangbaarheid
- Het woord boulimie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boulimie' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.